De belangrijkste bacteriële verwekkers van diarree in Nederland zijn:
- Campylobacter/helicobacter
- Salmonella
- Shigella
- Yersinia enterocolitica
- Clostridium difficile
Campylobacter/Helicobacter
Deze bacterie is een ziekmakende factor bij het ontstaan van maagzweren en zweren in 12-vingerige darm.
Besmetting van de mens treedt op via besmet voedsel, water en door contact met dieren en uitwerpselen van besmette mensen en uit zich in acute, waterige en soms bloederige diarree met heftige buikkrampen en koorts. Vooral kinderen van 1 tot 4 jaar hebben een verhoogde kans op besmetting.
Therapie bij gastro-enteritis veroorzaakt door Campylobacter/helicobacter bestaat uit het bestrijden van vocht- en mineralenverlies. Bij tevoren gezonde patiënten zijn antibiotica niet aangewezen, omdat er nauwelijks invloed is op de duur van de symptomen.
Salmonella
Van deze bacteriesoort bestaan heel veel typen. De belangrijkste in Nederland voorkomende typen zijn: S. typhimurium en S. enteritidis. Er zijn enkele Salmonella-typen die alleen bij de mens voorkomen (S. typhi en S. paratyphi).
Besmetting bij de mens treedt voornamelijk op door het eten van besmet vlees en eieren of producten, die door vlees of eieren zijn besmet. Een maag-darm ontsteking is voornamelijk gevaarlijk voor ouderen, baby’s, mensen met een verminderd afweersysteem en mensen met suikerziekte. Zij zijn kwetsbaar, omdat door diarree en braken het gevaar voor uitdroging bij hen groot is.
Direct contact met besmette dieren veroorzaakt slechts in zeldzame gevallen een salmonella besmetting. Dit kan bijvoorbeeld optreden door intensief contact met een besmette huisschildpand.
Aangezien Salmonella zich goed kan vermeerderen in voedsel, zeker bij kamertemperatuur of iets hoger, moet voedsel dat bereid is met risicoproducten (vlees, eieren) altijd gekoeld bewaard worden. Een zelfgemaakte mayonaise kan op het moment van bereiden enkele salmonellabacteriën (uit een besmet ei) bevatten die niet schadelijk hoeven te zijn, als de mayonaise echter is verwerkt in een salade die enkele uren op een buffet bij kamertemperatuur heeft gestaan, kan het inmiddels een ware ‘bacteriebom’ geworden zijn. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een bavarois of een broodje filet americain.
1 à 2 dagen na infectie ontstaat een acute maag-darmontsteking, met koorts, heftige diarree en buikkrampen. Later wordt de diarree minder waterig maar er kan bloedbijmenging optreden. De verschijnselen duren ongeveer één week.
Hoe ernstig de ontsteking is en wat precies de symptomen zijn, hangt af van de oorzaak. De infectie veroorzaakt meestal koorts, buikpijn, diarree en misselijkheid. Soms moet je ook braken.
Shigella
Het micro-organisme Shigella veroorzaakt bacillaire dysenterie. Deze aandoening gaat meestal na vijf à tien dagen vanzelf over, maar het kan daarna maanden duren voordat de stoelgang weer geheel en al normaal is.
Men kan daarbij symptoomloos drager blijven van de bacterie en daarmee potentieel de infectie overdragen op een ander. Wie de ziekte ooit heeft gehad, bouwt daar waarschijnlijk een zekere immuniteit tegen herinfectie voor op, zij het dat die slechts geldt voor het betreffende type Shigella. Er zijn meer dan 30 typen.
Verspreiding vindt plaats via de handen (van de ontlasting via de hand van de een naar de hand van de ander, en naar de mond van de ander), deurknoppen, wc-brillen en kranen, voedsel, water, vliegen, anale seks.
De symptomen van bacillaire dysenterie, die één tot drie, soms zeven, dagen na besmetting optreden, zijn onder meer:
– koorts
– buikpijn of -kramp
– water dunne zeer frequente diarree
– slijmerige diarree vaak met bloed
– pijnlijke, doch vergeefse aandrang tot ontlasting of urinelozing
– spierpijn, hoofdpijn en soms vluchtige huiduitslag.
Bron: www.nlm.nih.gov/medlineplus/ency/article/000295.htm
De shigella (shigae) kan evenwel ook een ontsteking veroorzaken in de synapsen. Een synaps is een ruimte in de verbinding tussen zenuwcellen. In deze ruimte vindt het ‘doorgeven van de boodschap’ plaats door de overdracht van hormonen de zogenaamde neurotransmitters. Shigella stoort dus de zenuwgeleiding. Ook is bekend dat bij de voortplanting van de shigella chroom wordt gebruikt. Het chroom te kort dat hierdoor ontstaat, verstoort de impulsgeleiding nog meer waardoor men in een vicieuze cirkel terecht komt. Chroom is belangrijk voor de suikerhuishouding en speelt met name bij hypoglykemie een hele belangrijke rol.
Aanpakken van de shigella kan een zeer positief effect hebben op een ADHD-beeld, depressiviteit, maar ook op hypoglykemie en allerlei symptomen die veroorzaakt worden door een verstoorde suikerhuishouding (met name moeheid).
Yersinia enterocolitica
Synoniem: Yersiniose
Dit is een bacterie die van nature voor komt bij varkens en knaagdieren, maar ook in de grond en het water. Waarom en op welke manier het voedsel vervolgens besmet wordt met deze bacterie is nog onbekend.
De bacterie wordt vooral aangetroffen in varkensvlees, rundvlees en lamsvlees. Maar ook in vis, mosselen, oesters en in rauwe melk. Varkensvlees vormt waarschijnlijk de belangrijkste
besmettingsbron voor de mens.
Voedingsmiddelen zoals vlees zijn besmet met een gering aantal van deze bacteriën. Dit veroorzaakt nog geen infectie. Pas wanneer de bacteriën zich op het voedsel hebben kunnen vermeerderen bestaat er gevaar voor infectie. Een dergelijke situatie ontstaat als het voedsel niet koud genoeg wordt bewaard of niet goed wordt verhit. Na het eten van het besmette voedsel veroorzaakt de bacterie een infectie van de darm. Maar de bacterie kan ook op andere plaatsen in het lichaam infecties veroorzaken, zoals in de urinewegen en de gewrichten.
De meeste infecties met Yersinia enterocolitica verlopen zonder klachten. Infecties met de Yersinia enterocolitica komen het hele jaar voor. Vooral zuigelingen, jonge kinderen, bejaarden en patiënten met een sterk verminderde afweer zijn extra gevoelig voor deze infectie
.Clostridium difficile
Deze bacterie komt veel voor. Het is aantoonbaar in de ontlasting van 80% van alle pasgeborenen en bij 9% van alle volwassenen, maar slechts enkelen worden er ziek van. De bacterie zit in de darm en richt daar geen schade aan. Pas als de drager van Clostridium difficile een slechte weerstand heeft en om een of andere reden antibiotica gebruikt, kan deze bacterie gaan uitgroeien en gifstoffen produceren waar mensen ziek van worden. Clostridium wordt gerekend tot de ziekenhuisbacteriën.
Bekend is dat bacteriën, virussen of giftige stoffen die het lichaam binnen komen door cellen worden opgenomen en worden als het goed is, onschadelijk gemaakt. Dit heet fagocytose. Hierdoor kan er evenwel een fagocytoseproduct ontstaan die op zijn beurt allerlei klachten kan gaan geven. De lyme-silibacter is zo’n fagocytoseproduct van de clostridium en de borrelia gondorfii. De hierdoor ontstane Lyme-achtige ziekte geeft dezelfde verschijnselen als de borrelia. Aantasting zenuwstelsel, moeheid, verlies aan energie en weerstand.
Deze bacteriële aandoeningen worden met goed resultaat behandeld met ultramoleculaire frequentie therapie, soms met aanvulling van gerichte suppletie.