Mensen met hypoglykemie ontwikkelen vaak een heel divers klachtenpatroon. De één heeft ‘alleen maar’ koude voeten, trillerige handen of is duizelig. De ander voelt zich zo depressief dat hij het leven niet meer ziet zitten of is te moe om uit bed te komen.
Een modeverschijnsel’ wordt hypoglykemie wel eens genoemd. Maar hypoglykemie is niet een psychisch, maar een puur lichamelijk probleem. Hypoglykemie betekent letterlijk een lage bloedsuikerspiegel. Het is alleen niet zozeer een ziekte als wel een verschijnsel. De hoogte van de bloedsuikerspiegel wordt bepaald door de suiker (glucose) in ons bloed. Glucose is onze levensbrandstof. Het is onmisbaar, net als benzine of diesel voor je auto is. Meestal voel je je door die lage bloedsuikerspiegel tijdelijk niet lekker. Na een boterham ben je weer helemaal de oude, je hebt dan weer voldoende energie ‘bijgetankt’. Maar sommige mensen hebben zo vaak een lage bloedsuikerspiegel, dat hun lichaam uitgeput raakt en ze er ziek van worden.
„Wat gaat er mis? Om op die vraag antwoord te geven, moet je eerst weten hoe het lichaam energie verkrijgt. De lever speelt hierbij een centrale rol. Dit orgaan haalt suikers uit voeding en zet die om in glucose, zodat het lichaam deze energie kan gebruiken. Overschotten slaat de lever als reserve op. Ook haalt het glucose uit restanten van onder meer afgestorven cellen en verouderde hormonen. Die stoffen worden als het ware hergebruikt.
Nu kan het gebeuren dat processen die samenhangen met de energieleverantie, de aan- en afvoer van glucose bemoeilijken. Als bijvoorbeeld de spijsvertering niet goed werkt, kan het lichaam de benodigde stoffen slecht uit het voedsel opnemen. Maar ook een leverprobleem beïnvloedt de energiehuishouding negatief. Verder bepalen hormonen de bloedsuikerspiegel. Vooral insuline kan die waarde omlaag brengen. Dit hormoon remt de glucoseproductie in de lever en zorgt dat cellen de bloedsuikers kunnen opnemen. Gelukkig bestaan er ook hormonen die de bloedsuiker-spiegel weer verhogen. Maar soms zijn die in verhouding tot de insuline te zwak, waardoor de glucoseremmer de overhand krijgt. Het lichaam beschikt dan over zo weinig brandstof (glucose) dat je uitgeput raakt.
Ook door milieuvervuiling, onnodig medicijngebruik, een shigella belasting en verkeerde voeding kunnen de processen die in de lever, de spijsvertering en in de hormoonhuishouding plaatsvinden, uit evenwicht raken. Wanneer dat gebeurt, heeft dat grote gevolgen voor de energie-huishouding.”
Om die energievoorraad weer op te bouwen, vraagt het lichaam om suiker. Suiker verhoogt weliswaar de bloedsuikerspiegel, maar stimuleert tegelijkertijd de aanmaak van insuline. Die remt de glucosetoevoer dusdanig af dat uw bloedsuikerspiegel nog verder daalt dan voorheen. U voelt zich daardoor nog beroerder. Schrap dus suiker van het menu. Soms helpt het advies om kleine hoeveelheden voedsel verspreid over de dag te eten. Maar dit kan ook een keerzijde hebben. Uw ontbijt is bijvoorbeeld nog maar half verteerd als er een nieuwe lading voedsel komt. Dat verse eten kan niet goed verwerkt worden, omdat de darmen nog bezig zijn om uw ontbijt te verteren. Het lichaam kan dan niet de broodnodige glucose uit de voeding filteren, waardoor het energietekort alleen maar toeneemt. Een ander nadeel is dat voedingsresten onvoldoende verteren en gaan rotten, omdat ze te lang in de darmen blijven. Dat trekt schimmels aan, die zo talrijk kunnen worden dat ze zich via het bloed door uw lichaam verspreiden. U kunt dan hardnekkige schimmelinfecties krijgen, die uw gezondheid verder verzwakken. Alleen een deskundig advies kan u hierbij helpen.