HIB is een bacterie die veelvuldig voorkomt in onze luchtwegen en we leven er normaal gesproken in goede harmonie mee. Maar wanneer ons immuunsysteem verzwakt is, bijvoorbeeld bij een griep, dan kan de HIB zich ontwikkelen tot een middenoorontsteking, een sinusitis, bronchitis, of longontsteking. In het verleden, voor de invoering van de HIB-vaccinatie stond de ziekte bij artsen bekend als een zeldzame ziekte met een vrij goede prognostiek. In zeldzame gevallen veroorzaakt deze bacterie een hersenvliesontsteking bij voornamelijk kleine kinderen. Typische kenmerken zijn dan: koorts, hoofdpijn, een stijve nek en een overgevoeligheid voor de geringste schokjes. Vervolgens kan bewustzijnsverlies, spasmen en een shocktoestand optreden. Meestal geneest de hersenvliesontsteking zonder blijvende klachten, echter in 10% leidt het tot doofheid en psychomotore problemen en in 2 tot 5 % heeft het een fatale afloop.
De haemophilis Influenzae B (HIB) kan ook een epiglottis (ontsteking van het strotklepje) veroorzaken en begint met slikklachten en keelpijn. De koorts stijgt snel, speeksel loopt uit de mond ten gevolge van de slikproblemen. De ademhaling is rauw en fluitend en de stem is hees. Maar in tegenstelling tot valse kroep hoest het kind niet. Het kind dient in het ziekenhuis opgenomen te worden. De ziekte wordt met antibiotica behandeld en is in 1,5% van de gevallen dodelijk.
Het aantal hersenvliesontstekingen door de haemophilus influenzae B is sinds de invoering van het vaccin met 70% verminderd. Parallel hiermee zien we een toename van de hersenvliesontsteking door meningococcen (nekkramp) onder pubers. De meningococ is zeer besmettelijk en in het algemeen veel ernstiger. Ook in Nederland steeg het aantal meningococcen infecties aanzienlijk vanaf de invoering van de HIB-vaccinatie (1993). De HIB vaccinatie beschermt in het geheel niet tegen de meningococ. Slechts 3% van de hersenvliesontstekingen wordt door de Haemophylus veroorzaakt en minder dan een vijfde deel daarvan is van het type B. Het vaccin leidt in 90% van de immunisatie tot bescherming.
Het vaccin bevat aluminiumhydroxide, zouten, natriumchloride.
De behandeling met antibiotica is effectief , vooral als die op tijd gegeven wordt. De homeopathie kan hier slechts als begeleidend middel gegeven worden, omdat simpelweg geen risico genomen kan worden. Het kind dient zo snel mogelijk in het ziekenhuis opgenomen te worden.