Een bacteriële infectie is een ontsteking die door bacteriën wordt veroorzaakt. Bacteriën zijn hele kleine organismen die met het blote oog niet te zien zijn. Er zijn duizenden verschillende soorten, waarvan maar een klein deel voor problemen kan zorgen. Het is normaal dat er bacteriën in en op het lichaam leven. Ze komen onder andere voor op de huid, in de darmen, de mond, de geslachtsorganen en de slijmvliezen.
Sommige bacteriën zorgen ervoor dat iemand ziek wordt. Deze ziekmakers zitten bijvoorbeeld in het eten, worden ingeademd of komen door een wondje het lichaam binnen.
Het hangt van het type bacterie af welke problemen er ontstaan. Toch zijn er wel enkele algemene klachten die bij een bacteriële infectie kunnen voorkomen, zoals koorts en opgezette lymfeklieren. Dit zijn aanwijzingen dat het afweersysteem bezig is om ziekmakers uit het lichaam te verwijderen. Bij een huidinfectie is de huid vaak rood en/of opgezet. Pus is een duidelijk teken dat er een bacteriële infectie is.
Bij mensen met een verminderde weerstand, zoals kanker- en suikerpatiënten, ontstaan sneller bacteriële infecties en de gevolgen kunnen ook groter zijn. Het afweersysteem van gezonde mensen kan bacteriën gemakkelijker de baas dan de verzwakte afweer van zieke mensen.
Bacteriële infecties worden regulier succesvol behandeld met antibiotica. Soms komt het echter voor dat antibiotica niet aanslaat. Er kan dan sprake zijn van een bacterioid.
Enkele min of meer bekende ziektes zijn:
– Bloedvergiftiging
– Ziekte van Lyme
– Ziekte van Weil
– Q-koorts
– Maag-, darminfecties
– Keel- oor-, longontsteking
– Ziekenhuisbacteriën
– Botulisme
– Kinkhoest