De gangbare opvatting van de huidige medische wereld is dat de mens een soort fabriek is waarin zich chemische processen afspelen.
Deze opvatting is nuttig is om processen beter te kunnen begrijpen.
De geestelijke component, de alom aanwezige drang tot leven en overleven, het raadsel van bewustzijn, worden lastige bijverschijnselen die je maar het beste kunt negeren. Niet te bewijzen, dus het bestaat niet. Alles is immers ‘gewoon’ materie.
In de natuurgeneeskunde en de homeopathie is de mens bezield zoals alles in de natuur. Als je met kruiden en mineralen werkt maak je contact met het wezen ervan, met de essentie.
De gebruikte middelen werken zowel in op het lichaam als op de ziel, het wezen van de mens.
Sommige middelen zijn zodanig verdund, dat ze geen ‘stof’ meer bevatten, alleen de geestkracht ervan is erin geconcentreerd.
‘Gewoon water!’ roept de criticus dan. Hij wil een chemisch middel dat inwerkt op het symptoom, niet iets dat helpt om ook op zielsniveau het evenwicht te herstellen. De mens is nu eenmaal niet alleen lichaam maar ook geest. Maar, zelfs in de psychologie, is de ziel allang verdwenen.
Ziek-zijn.
Wat ziekte is en hoe bijvoorbeeld het zelfhelend vermogen kan worden ingezet en ondersteund is, is eveneens een bron van misverstand. De natuurgeneeskunde ziet ziekte als een proces, dikwijls gepaard gaande met grote veranderingen in je leven. De klacht vraagt aandacht maar zeker ook het zielsproces dat zich hierin openbaart. De psyché krijgt emoties te verwerken, er wordt gezocht naar een nieuw evenwicht. Een ziekte is dan ook geen defect of zomaar een gevolg van een verkeerde leefstijl.
Natuurlijk zijn de meeste moderne middelen en ingrepen een zegen – maar als ze alleen het symptoom bestrijden leren we niets van onze aandoeningen en versterken we dus ook niet ons zelfhelend vermogen. Ook het denken in levensfasen en de bijbehorende rollen die we dan op ons nemen en de karakterontwikkeling die daarbij hoort is aan het verdwijnen. Elk mens is voor eeuwig jong en oud worden moet zo lang mogelijk worden uitgesteld. Ouderdom is een ziekte die genezen kan worden.
Nog even en oud worden wordt geweten aan een verkeerde leefstijl. De hoogleraar psychologie Douwe Draaisma laat in zijn boek ‘De Metaforenmachine – een geschiedenis van het geheugen’ – zien hoe alle theorieën over het geheugen, en dus over bewustzijn, proberen het geheugen voor te stellen als een concreet voorwerp of apparaat, zoals het boek, de grammofoonplaat, de computer. Dit is de machinemetafoor, die de mens voorstelt als een machine. De laatste uitwas hiervan is de slogan ‘wij zijn ons brein’ en de conclusie dat we ‘eigenlijk’ ‘gewoon’ robots zijn. Intelligente robots, dat wel, maar uiteindelijk ‘gewoon’ machines.
Loskomende emoties
Je ziet artsen en wetenschappers oprecht kwaad op wat ze steevast middeleeuws bijgeloof noemen of ‘gewoon’ iets wat thuishoort onder religie – misschien niet eens beseffend hoe ze godsdienstige mensen daarmee in een hoek zetten. Als je ernaar vraagt blijken de critici vooral boos op een karikatuur van eigen makelij: ze zijn gaan geloven in hun eigen vijandbeeld. Soms lijkt het wel of met macht en kracht elke vorm van intuïtie moet worden uitgeschakeld, de witte jas moet smetteloos zijn, elk denkbeeld dat niet in het rationele kader past is taboe want niet wetenschappelijk.
Zoals bijvoorbeeld de stichting Skepsis, die de kwakzalverij actief wil bestrijden. De voorzitter is de partner van onze minister van Volksgezondheid. Lees Jung: je wordt wat je bestrijdt.
Om het contrast tussen de denksystemen duidelijk te maken hierbij een uitspraak van de Amerikaanse fytotherapeut (herbalist) Stephen Harrod Buhner:
‘Als je een levend medicijn gebruikt en je geneest, dan voel je dat de wereld leeft en bewust is en je wil helpen. Mensen praten vaak over het redden van de aarde, maar hoe vaak maak je niet mee dat de aarde jou redt?’ (Sun magazine, april 2015)
Galileo Galilei en het dogmatisme
De verbeten strijd tussen religie en wetenschap wordt vaak teruggebracht tot de rechtszaak die door kerkelijke instanties werd aangespannen tegen Galileo Galilei.
Deze astroloog (hij maakte horoscopen) werd ervan verdacht het geloof te ondermijnen door de gangbare opvatting dat de Zon om de aarde draait te verwerpen.
De wetenschap won: Galilei zou na zijn veroordeling in 1633 koppig hebben gefluisterd: eppure si muove’ – en toch beweegt zij – namelijk de Aarde om de Zon.
Hij wordt vaak als held, als onverschrokken verdediger van de waarheid voorgesteld tegenover het vermolmde en volkomen belachelijke geloof in de kerk. Inmiddels kun je in de wetenschap tekenen zien van eenzelfde vermolmd en dogmatisch geloof.
We kennen de wereld zowel vanuit onze ratio, onze onderzoekende geest als vanuit onze intuïtie – het ‘innerlijk weten’. Onze cultuur is sterk gaan leunen naar links en wantrouwt alles wat via beelden, emotie en ‘gut feeling’ tot ons komt. Hoe vinden we daarin een middenweg?